Het schoolgaande kind (4–12 jaar)

In deze leeftijdsfase wordt het contact met andere kinderen en de “belangrijke ander” (ouder, leerkracht, etc.) in omgeving van het kind steeds belangrijker.

Het kind ontwikkelt steeds complexere motorische en sensorische vaardigheden en problemen hierin kunnen leiden tot moeite met de gymles, het buitenspelen of sporten. Wanneer dit het geval is, kan bij uw kind het plezier in bewegen en daardoor de omgang met anderen verminderen. 

Maar ook de complexere fijn motorische vaardigheden op school kunnen problemen geven. Problemen bij het knippen, kleuren, schrijven of stilzitten in de klas en daarbij zich niet kunnen concentreren in de klas, kunnen vaak een behoorlijke invloed hebben op het welbevinden van uw kind en als gevolg daarvan op zijn/ haar leerprestaties. 

Een uitgebreid motorisch en sensorisch onderzoek kan zinvol zijn om de oorzaak van de problemen in kaart te brengen. Advisering en overleg met school en de leerkracht kan dan zo nodig een onderdeel van de behandeling zijn.

Voorbeelden van problemen in deze leeftijdsfase kunnen zijn:

  • Motorische ontwikkelingsachterstand (fietsen, klimmen, springen, balgooien, etc.)
  • Motorische onhandigheid (vallen, struikelen, vaak ongelukjes met iets omgooien, stoten, etc.)
  • Fijn motorische problemen (schrijven, knippen, tekenen, etc.)
  • DCD (Developmental Coordination Disorder)
  • Zindelijkheidsproblemen
  • Moeite met leren fietsen
  • (Sport) blessures
  • Ademhalingsproblemen
  • Autisme, ADHD, pervasieve ontwikkelingsproblemen
  • Neurologische of orthopedische problemen
  • Pijnklachten (hoofdpijn, rugpijn, etc.)
  • Reuma
  • Sensorische Informatieverwerkingsproblemen (niet goed stil kunnen zitten, concentreren, houdingsonzekerheid, angst voor bewegen, moeite met evenwicht en balans, etc.)